Op naar nummer 8!


De Drents/Groningse amateur-sterrenkundige Georg Comello is vooral bekend door zijn werk voor de Werkgroep Veranderlijke Sterren. Sinds 1959 heeft hij ruim 65.000 waarnemingen aan veranderlijke sterren verricht -- een prestatie waarvoor hij eerder dit jaar de 'Henk Feijth-bokaal' ontving. Maar Comello, bibliothecaris bij de vakgroep sterrenkunde van de RUG, is ook een fanatiek 'eclipsganger'. Het komende 'marginale eclipsje', dat hij vanuit Hongarije hoopt waar te nemen, zal de achtste trofee in zijn prijzenkast zijn -- tenminste als we de ringvormige verduistering die hij in de VS zag even niet meerekenen. Alles bij elkaar is hij een van de meest ervaren eclips-waarnemers van ons land. Reden genoeg om hem eens over zijn ervaringen aan de tand te voelen.

Tot op heden is geen enkele eclips-expeditie waar Comello aan deelnam echt mislukt. Soms scheelde het weinig -- zoals de verduistering in Siberië, die vanuit een vliegtuig moest worden waargenomen -- maar meestal waren de weergoden hem gunstig gezind. Zoiets heb je trouwens toch niet in de hand: 'Trek je van statistieken maar niet te veel aan, want ik heb tijdens een eclips bijna nooit het weer gehad dat voorspeld was,' aldus de fortuinlijke eclipswaarnemer. 'Dom geluk, of zoals ze dat hier zeggen: de domste boeren hebben de dikste aardappels....'George Comello

Van mensen die hun eerste totale zonsverduistering hebben gezien, hoor je vaak dat ze er na één keer al compleet aan verslaafd zijn en geen eclips meer willen missen. Als deze regel al opgaat, dan is Georg Comello de uitzondering die de regel bevestigt. Voor hem geen wilde tochten naar de Noord- of Zuidpool, en nieuwe expedities naar Azië kunnen hem niet meer bekoren. En ook tussen zijn eerste eclips en de volgende zit een opmerkelijk groot gat.

Polarisatiefilter

De eerste zonsverduistering die Comello waarnam, hij was toen achttien jaar, was die in Italië in 1961. 'Het was mijn eerste grote buitenlandse reis,' vertelt hij. 'Italië....dat was wel heel ver weg voor een gewone arbeidersjongen uit Assen. De hele buurt wist het!' Het was een expeditie van Franstalige Belgen, waar ook Jean Meeus en Wil Carton aan deelnamen. Comello ging als hulpje mee, en moest tijdens de totaliteit aan een polarisatiefilter draaien dat voor een 8-cm refractor was gemonteerd. De dag voor de eclips was het erg mistig, maar de dag zelf was het prachtig helder. 'We keken over de zee uit, en de zon stond maar twaalf graden hoog. Wat ik me er onder meer van herinner was de samenstand van Jupiter en Saturnus die vrijwel tegelijkertijd plaatsvond. Het was magnifiek.'
Tot 1979 heeft Comello geen eclips meer gezien. Van acute verslavingsverschijnselen was dus bepaald geen sprake. Op 26 februari van dat jaar zag hij de 2,5 minuut durende verduistering in Canada -- 'net als de komende, een marginaal eclipsje dus,' aldus Comello. De reis naar Canada staat hem nog duidelijk voor ogen, al was het maar omdat deze tijdens een strenge winterperiode plaatsvond. 'Het grootste probleem was nog om de kijker van hier naar Schiphol te krijgen,' herinnert Comello zich. 'Dat heeft langer geduurd dan van Schiphol naar Winnipeg. Verder hebben we nog een heel gedoe gehad met de douane, zowel in Nederland als in Canada.'

'Het was de koudste eclips die ik heb meegemaakt,' vertelt Comello. 'Voor de dag van de eclips waren de vooruitzichten slecht: er zou een sneeuwstorm komen. 's Nachts was het 30, 32 graden onder nul en overdag ongeveer -18. Ik had de kijker echter goed geprepareerd en alles doorgesmeerd met militair tankvet, om bevriezing tegen te gaan. De camera heb ik getest in de koudekamer van het lab voor ruimteonderzoek hier, tot -60...feilloos. En toch is er nog iets misgegaan: tijdens de eclips vroor een filter vast. Daardoor heb ik alleen de binnencorona van de zon kunnen fotograferen. Gelukkig waren er hele fraaie protuberansen te zien en kwam de sneeuwstorm een dag later.'

Achteraf gezien vindt Comello dat hij niet zo goed voorbereid was voor zijn eerste 'zelfstandige' eclips. 'Er was een groot gebrek aan informatie,' zegt hij. 'Nu weet ik dat je niet moet proberen om met een F/15 kijker een zonsverduistering te fotograferen, tenzij je vooral geïnteresseerd bent in protuberansen. Er was geen Internet, geen computer, geen goed tijdschrift, zelf hier bij de vakgroep sterrenkunde was de informatie schaars.'

Klappen

Comello houdt niet van grote mensenmassa's bij een eclips --  'dat leidt maar af ' -- vooral Amerikanen hebben er een handje van om bij het einde van de totaliteit te gaan klappen en joelen -- 'ik klap toch ook niet bij elke onweersbui'. Maar helemaal in je eentje naar een eclips kijken lukt niet altijd. Zelfs in Siberië, waar juli 1990 onder bizarre omstandigheden moest worden waargenomen. 'We kwamen er groepen Fransen en Amerikanen tegen, Japanners en nogal irritante Oost-Duitsers,' zegt Comello. Dat zou allemaal niet zo erg zijn, als je niet met al die lui een gammel militair vliegtuig in moet om de eclips te kunnen zien. 'Het was op een gegeven moment zelfs knokken geblazen om een mooi plekje bij het raam!'

Het is de enige keer dat Comello een totale zonsverduistering vanuit een vliegtuig heeft gezien. Het was een bijzondere ervaring, maar toch kan hij het niet aanbevelen. 'Vanuit een vliegtuig kun je praktisch gesproken niet fotograferen,' legt Comello uit. 'De raampjes zijn nooit echt schoon, zitten onder de krassen en je krijgt allerlei reflecties. Toch is het visueel heel mooi, want ik heb gemerkt dat je op de een of andere manier door het samenspel met de bewolking een veel kleurrijker schouwspel te zien krijgt. En ook de maanschaduw zie je duidelijker en eerder aankomen dan normaal.'

Tips

In de loop der jaren heeft Comello de nodige routine opgedaan: 'elke keer leer je er wat bij'. Hij heeft dan ook de nodige tips voor de 'groentjes' onder ons. Maar ter geruststelling kan ik alvast melden dat ook hij bij zijn laatste eclips -- vorig jaar in Venezuela -- nog een fout heeft gemaakt. 'Op mijn foto's staat de grootste diameter van de corona haaks op de breedte van het negatief,' laat Comello aan de hand van een paar foto's zien. 'Mijn camera was namelijk niet over 360 graden draaibaar, en dat is iets wat ik voor straks in Hongarije nog veranderd heb.'

Volgens Comello moeten beginnende eclipsgangers op een paar dingen letten. 'De meesten willen te veel doen,' zegt hij. 'In Bolivia zag ik iemand die wilde filmen, fotograferen en door een kijker kijken tegelijk, en dat alles op 3800 meter hoogte. En dat is grondig mislukt. Ik heb geleerd dat je je moet beperken: zo weinig mogelijk doen, want je hebt niet veel tijd. Kijk, destijds in Mexico hadden we een eclips van bijna zeven minuten: dan kun je nog eens wat anders doen. Maar bij een eclips van twee minuten moet je je eigenlijk tot één ding beperken. Bekijk de totaliteit bij voorkeur met een prismakijker, bijvoorbeeld. Foto's maken anderen wel, en veel mooier dan je ze zelf kunt maken.'

Ook voor wie toch iets meer wil doen, en zelf foto's van de verduistering wil maken, heeft Comello een goede raad: 'Test je apparatuur thuis goed uit. Zet je opstelling op een zonnige dag buiten, en draai er een fotorolletje door. Kijk of alles werkt -- de batterijen, de opstelling, de overige apparatuur. Test ook hoeveel je in de beschikbare tijd kunt doen, vooral als je filters moet gaan verwisselen. Soms zie je mensen nog tijdens de eclips reparaties uitvoeren....waar ben je dan mee bezig?'

Volgens Comello moet de beginnende fotograaf zich beperken tot een camera met een 200 mm telelens. 'Geen standaardlens, dan komt de zon er nauwelijks op te staan, tenzij je sfeerplaatjes wilt maken.' Of neem alléén een videocamera op statief mee. 'Maar zet hem dan alsjeblieft niet op autofocus, want door dat filter voor de camera vindt zo'n ding het 'oneindig' niet.' Let er bovendien op dat het statief niet te licht is.

Als laatste geeft Comello nog de tip om niet te veel tijd te besteden aan de gedeeltelijke fase van de verduistering: 'Daar is niet veel aan.'

Hongarije

De komende eclips wil Comello gaan bekijken vanuit de poesta bij het Hongaarse plaatsje Makó, dicht bij het drielandenpunt met Roemenië, en Servië (!). Een betere plek om de elders verwachte mensenmassa's te ontlopen lijkt nauwelijks denkbaar. 'De meeste Nederlanders komen terecht bij het Balatonmeer. Maar ik denk dat het met die drukte hoe dan ook wel zal meevallen. Het is immers een heel lange gordel waarlangs je de verduistering kunt zien. Je krijgt wat concentraties in Noord-Frankrijk, Zuid-Duitsland, Oostenrijk en bij het Balatonmeer, en dat is het wel zo'n beetje,' aldus Comello.

De 'beste plek' om een zonsverduistering te bekijken, bestaat volgens Comello niet, al kun je volgens hem eilanden en bergen maar beter mijden. Een 'noodplan' om op het laatste moment uit te wijken, heeft hij gewoonlijk niet. 'Noodplannen hebben niet zo veel zin. Bij de eclips in Indonesië (1983) bijvoorbeeld, is een groep Japanners 's nachts nog vertrokken naar de noordkust van Java. Maar die hebben geen betere omstandigheden gehad dan wij. Het hangt een beetje van de omstandigheden af: als er goede wegen zijn, kun je soms nog wel een stukje opschuiven. Maar als je een uur voor de eclips ziet dat het mis gaat, kom je toch niet ver weg meer.'

Naar Hongarije gaat Comello vooral omdat hij er nog nooit geweest is, niet alleen omdat de weerstatistieken er zo gunstig zijn. 'Maar waar je ook heen gaat, zorg ervoor dat je een aantal dagen van tevoren ter plaatse bent, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Soms blijk je een heel andere stekker nodig te hebben, of is de spanning er anders.'

Ook voor de volgende eeuw heeft Georg Comello al reisplannen. 'De volgende die op het programma staat is de eclips in Angola, in 2001. Als de toestand daar het toelaat, tenminste. Die verduistering duurt iets van 4,5 minuut.' Maar hij heeft niet het gevoel dat hij alle eclipsen 'moet' zien; hij heeft er ook al een stel gemist. 'Ik heb een hekel aan Azië, waar de mensen vaak vreselijk opdringerig zijn. Noordpool en Zuidpool idem dito: ik heb hier al zo'n pest aan de winter, dus naar Siberië hoef ik ook niet meer. Al was dat achteraf juist de meest bijzondere eclips die ik heb meegemaakt.'

Tekst: Eddy Echternach. Overgenomen uit Zenit juli/augustus 1999.
 
Terug naar inhoudsopgave De eclips van 1715