De raadselachtige zonsverduistering van 3 mei 1715
De laatste totale zonsverduistering die vanuit een flink deel van het huidige grondgebied van Nederland te zien is geweest, is die van 17 juni 1433. De eclips van 3 mei 1715 moet ons land weliswaar hebben geschampt, maar het probleem was dat over deze laatste verduistering in de Nederlandse archieven niets was terug te vinden. Wil Carton heeft vijftien jaar geleden, aan de hand van verbeterde gegevens, met een computer de verduistering van 3 mei 1715 opnieuw nauwkeurig berekend en kwam tot de slotsom dat deze op de eilanden Texel, Vlieland, Terschelling en het westelijk deel van Ameland inderdaad totaal moet zijn geweest. Dit betekent dat de totaliteitsgordel van deze zonsverduistering dus wel degelijk over ons land liep. Verzoeken aan gemeentearchivarissen op de eilanden leverden niets op, vandaar dat Carton mij verzocht eens in de toenmalige kronieken en jaarboeken van Friesland te gaan zoeken. Dat heb ik toen ook gedaan, maar helaas zonder enig resultaat. In oktober 1984 schreef Carton over deze zonsverduistering van 1715 een artikel in Zenit, maar zonder ooggetuigenverslag. Dit zat mij toen in het geheel niet lekker, en het idee dat iemand de eclips zou hebben gezien en ook opgetekend liet mij niet los. Uit de gegevens blijkt duidelijk dat de verduistering in Friesland bijna totaal was en niet onopgemerkt kon zijn gebleven. En in die tijd maakte een zonsverduistering toch wel enige indruk op de bevolking. Trouwens ook nu is een bijna totale of totale verduistering een belevenis die grote indruk op een mens achter laat. Dronrijp Ik besloot toen om in het voorjaar van 1986 onder de titel 'Zonderlinge en merkwaardige astronomische zaken' in het Eisinga Planetarium o.m. ook aan de verduistering van 3 mei 1715 aandacht te besteden. Er hing een oude kaart van Nederland met daarop ingetekend het verloop van de verduistering, en een prachtige prent hoe dezelfde in London zichtbaar was. De tekst erbij luidde: ÎWie kan ons hier meer over vertellen?â. Zo kwam ik erachter dat drs. K. Terpstra, een bekend schrijver in Friesland, in 1986 een dagboekje van een onderwijzer genaamd Hoyte Roucoma (1661-1719) uit Dronrijp, geschreven in de jaren 1690 tot 1719, opnieuw had bewerkt en uitgegeven. Deze heruitgave draagt de titel Dronrijps Memoriael van Hoyte Roucoma. Eindelijk hadden we beet. Eerst heb ik de nieuwe uitgave doorgenomen, vervolgens in het Rijksarchief het origineel ingekeken. Naast de gewone berichten over geboorte, huwelijk en allerlei kleine en grote dorpsschandaaltjes, vinden we in dit dagboekje nog een aantal bijzondere zaken. Zo blijkt deze man al in de jaren 1709 en 1716 weerkundige temperatuurmetingen te hebben verricht. Voor die tijd vrij uniek, hij was daarmee één van de pioniers in Nederland. Kaart die Edmund Halley maakte van de totaliteitszone boven Engeland van de totale zonsverduistering van 1715.
Niet totaal Het bericht van de onderwijzer komt goed overeen met de latere berekeningen:
ook het tijdstip dat door Carton was berekend op 10.16 of 10.22 uur MET
(Midden Europese Tijd). Hier moeten 40 minuten van afgetrokken worden om
de toenmalige plaatselijke tijd te krijgen: ca. 9.40 uur. Hoyte Roucoma
schreef: 't tusschen 9 en 10 uir voor noen', dus dat klopt.
Tekst: Henk Nieuwenhuis (Eise Eisinga Planetarium). Overgenomen uit
Zenit juli/augustus 1999.
|