Espenak
in Utrecht
Begin oktober 1998 was de bekende
'eclipsjager' Fred Espenak een week te gast in België en Nederland.
Hij was uitgenodigd als gastspreker op het jaarlijkse congres van de Belgische
Vereniging voor Sterrenkunde en combineerde dit met een korte vakantie.
Reisdoel van één van zijn uitstapjes was de oude Sterrenwacht
Sonnenborgh in Utrecht, vroeger bekend vanwege het zonneonderzoek van
het Sterrenkundig Instituut Utrecht
en tegenwoordig volkssterrenwacht en het adres van Stichting
'De Koepel'. Een prima gelegenheid om deze astronoom enkele vragen
te stellen voor Zenit.
Espenak is bij het sterrenkundig publiek vooral bekend als eclipsdeskundige.
Hij verzorgt o.a. de NASA-eclipsbulletins
en websites over zonsverduisteringen en zijn foto's van de recente verduistering
op Aruba sieren de pagina's van Zenit juli/augustus 1998, Sterren en Plane ten
1999 en de voorkant van de Sterrengids 1999. Minder bekend is dat zijn
eclipswerk ook voor hem slechts een -- enigszins uit de hand gelopen --
hobby is.
Amateur
Espenaks eigenlijke astronomische onderzoek betreft hoge-resolutie infraroodspectroscopie
van planeetatmosferen, hetgeen hij doet op het bekende NASA Goddard Space
Flight Center in Greenbelt. Maar eclipsen zijn zijn eigenlijke passie,
al sinds hij op achttienjarige leeftijd een totale verduistering zag in
North-Carolina. Sindsdien heeft hij over de gehele wereld veertien eclipsen
bezocht, waarvan hij er elf ook daadwerkelijk heeft kunnen zien.
Aanvankelijk deed hij zijn voorspellingen aan eclipsen alleen voor eigen
gebruik. Zijn computerprogramma's baseerde hij op de rekenmethoden van
Jean Meeus, met wie hij al lang correspondeert, maar wie hij tijdens dit
bezoek aan Europa voor het eerst echt heeft ontmoet. Tot begin jaren negentig
publiceerde het US Naval Observatory voor iedere totale eclips een speciaal
bulletin met astronomische en klimatologische voorspellingen. Daarvoor
had het drie fulltime personeelsleden in dienst, hetgeen al te zeer op
het budget ging drukken. Nadat men definitief te kennen had gegeven om
te gaan stoppen, heeft Espenak, samen met Jay Anderson, in 1993 het vaandel
overgenomen en de NASA bereid gevonden om de eclipsbulletins te publiceren
als officiële NASA Reference Publications. Al bij al schat hij dat
hij nu ca. 25% van zijn werktijd besteedt aan eclipsen, maar net als iedere
andere amateur moet hij vakantie opnemen voor zijn eclipsreizen. Voor NASA
heeft het eclipswerk geen echt wetenschappelijke betekenis, maar men ziet
het als een goede PR-activiteit.
Tips voor 1999
Zelf gaat Fred Espenak komende zomer naar centraal Turkije, waar de
verwachte weersomstandigheden optimaal zijn. Dit in tegenstelling tot de
meeste Amerikanen, die een voorkeur aan de dag leggen voor Zuid-Engeland:
in dat gebied is nu al geen hotel meer vrij rond 11 augustus, ofschoon
de verwachte weersomstandigheden daar het slechtste zijn voor heel Europa.
Hoewel hij uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar het klimaat in de totaliteitszone,
adviseert hij om klimaat niet te verwarren met weer. Klimaat is een statistisch
gemiddelde en een goed klimaat is geen garantie voor goed weer tijdens
een eclips. Waarnemers die er voor kiezen om in Europa te blijven, adviseert
hij om mobiel te blijven en eventueel nog de avond voor de eclips de plannen
bij te stellen, op basis van actuele weersvoorspellingen en satellietfoto's.
Maak in ieder geval tijd vrij en ga naar de totaliteit! Denk niet dat
het vanuit Nederland, met een 94 % verduistering, ook mooi zal zijn. Totaal
of niet is letterlijk een verschil van dag en nacht. Is het uw eerste verduistering,
kijk dan vooral met het blote oog. Hoe mooi de foto's in Zenit en andere
bladen ook zijn, uw eigen ogen zien de corona veel beter. Gaat u toch fotograferen,
dan adviseert Espenak om vooraf veel te repeteren, zodat u alle handelingen
precies weet. Spreek ze eventueel stap voor stap in op een cassettebandje
en draai dat tijdens de eclips af. Maar reserveer minstens de helft van
de totaliteit voor visueel waarnemen.
U loopt echter het risico om opgezadeld te worden met een onschuldige
maar toch kostbare verslaving: na je eerste eclips, wil je er geen één
meer missen, aldus Espenak.
Tekst: Edwin Mathlener. Overgenomen uit Zenit februari 1999.
|